NVWA hoeft niet extra te handhaven op overbevissing

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) hoeft niet extra te controleren of handhaven op overbevissing, omdat daarom is verzocht door milieuorganisaties. De rechtbank Den Haag heeft de beroepen ongegrond verklaard van een groep kleinschalige vissers, Low Impact Fishers of Europe (LIFE) en milieuorganisatie ClientEarth. Zij hadden beroep ingesteld tegen een besluit van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, die verantwoordelijk is voor de NVWA. 

De twee organisaties stellen dat de NVWA nalatig is en tekortschiet bij het controleren en tegengaan van overbevissing in Europa. In 2021 hebben zij bij de minister een handhavingsverzoek ingediend. De minister heeft dit afgewezen omdat dit verzoek niet specifiek genoeg aangeeft tegen welke overtreding moet worden opgetreden. Het is niet mogelijk om in een verzoek om handhaving uitsluitend te vragen om ander beleid of strenger toezicht.
 
De minister heeft de bezwaren niet-ontvankelijk verklaard. Low Impact Fishers of Europe is volgens de minister geen belanghebbende. Het bezwaar van ClientEarth werd als niet-ontvankelijk beoordeeld omdat het handhavingsverzoek veel te breed en niet concreet genoeg is. Het bevat onvoldoende aanknopingspunten om te kunnen leiden tot de verplichting om onderzoek te doen naar concrete overtredingen. De organisaties vochten het besluit van de minister aan bij de rechtbank.

De minister heeft het handhavingsverzoek van ClientEarth op de juiste wijze beoordeeld, oordeelt de rechter. De minister mocht het verzoek niet-ontvankelijk verklaren omdat het niet specifiek genoeg is. Het verzoek gaat over misstanden in de gehele visserijsector en niet over een overtreding van een specifiek bedrijf. Als ClientEarth vindt dat de minister in het algemeen onvoldoende doet om overbevissing tegen te gaan dan kan alleen de burgerlijke rechter dit beoordelen. De bestuursrechter kan alleen een oordeel geven over besluiten van de minister die gaan over handhavingsverzoeken om op te treden tegen een specifieke overtreding. 

De rechtbank oordeelt verder dat de minister het bezwaar van Low Impact Fishers of Europe terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard omdat ze geen belanghebbende is. Een vereniging kan belanghebbende zijn als de doelen waar ze zich volgens hun statuut voor inzetten, rechtstreeks bij het besluit zijn betrokken. Uit de statuten blijkt dat de vereniging streeft naar gezonde zeeën waar kleinschalige vissers meester zijn over hun toekomst. De organisatie richt zich daarvoor op ondersteuning en stimulering van kleinschalige visserij. De rechtbank oordeelt dat deze visie en missie te ver afstaan van het ingediende verzoek tot handhaving van de Nederlandse visserijregelgeving.

Meer informatie is te vinden in de uitspraak van de rechtbank Den Haag.

 

Bron: rechtbank Den Haag

Meer over


Laatste nieuws