Nederlandse voedselproducenten zijn nog lang niet van het gas af

AMSTERDAM - Hoewel de energierekening de afgelopen tijd is gestegen, zijn Nederlandse voedselproducenten veel gas blijven verbruiken. Dat terwijl veel andere bedrijven in andere sectoren wel hebben geminderd. Dat kan slecht uitpakken voor de voedingsproducenten, aldus ING Research.

Volgens een nieuwe studie van ING Research zal er verandering in moeten komen, want het kabinet ziet de overstap op elektriciteit als een belangrijk middel om de CO2-uitstoot te verlagen.

De afgelopen tijd was er voor de producenten weinig noodzaak om te verduurzamen, want bedrijven konden hun hoge gasprijzen doorberekenen aan klanten. Voedingsproducenten die niet van het gas afstappen, zullen hun energierekening de komende jaren zien oplopen door hoge prijzen en stijgende belastingen op gas. Dit betekent dat Nederlandse voedselproducenten de strijd niet meer kunnen aangaan met concurrenten uit andere landen die producten goedkoper zullen kunnen aanbieden, aldus ING Research.

Op dit moment is aardgas nog goed voor 75% van de energie in de voedingsindustrie, zo bleek eerder uit cijfers van het CBS. Daarmee is het gasverbruik dit jaar ongeveer hetzelfde als in voorgaande jaren. Er is in de voedingsindustrie namelijk altijd veel energie nodig om brood te bakken, vleeswaren te koken of zuivel te pasteuriseren.

De mogelijkheden om op korte termijn minder gas te verbruiken, zijn volgens de voedselproducenten beperkt. Het kost namelijk veel tijd totdat investeringen in besparende maatregelen zijn doorgevoerd. Daarnaast duurt het lang totdat de verduurzaming is terugverdiend. Ook hebben voedselproducenten last van een overvol stroomnetwerk. Daardoor kunnen ze vaak geen nieuwe aansluiting krijgen.

Aangezien de voedingsindustrie van plan is tot 2030 jaarlijks 2 miljard euro in machines, installaties en gebouwen te investeren, liggen er volgens ING Research wel veel kansen om te verduurzamen.





Laatste nieuws