Voedingsindustrie heeft hoog besparingspotentieel in aardgasgebruik

UTRECHT - De Nederlandse industrie kan een flinke bijdrage leveren aan het snel verminderen van de benodigde aardgasvraag. Door op verschillende manieren zuiniger met energie om te gaan, kan structureel circa 1,5 miljard m3 aardgas bespaard worden. Dit blijkt uit onderzoek door Berenschot in opdracht van Natuur & Milieu. De voedingsindustrie heeft volgens de onderzoekers het hoogste besparingspotentieel.

De voedings- en genotmiddelenindustrie geldt met een verbruik van 41 petajoule als een sector die relatief veel gas verbruikt. In de voedingsindustrie wordt aardgas voornamelijk ingezet voor de productie van warmte binnen het productieproces.  Het blijkt dat er nog veel winst te behalen is met de toepassing van automatische controlesystemen voor procesverwarming en met hergebruik van warmte. De onderzoekers zien kans voor een technische potentieel voor besparing van 9 petajoule.

Het economisch besparingspotentieel van ICT-maatregelen wordt voor de voedingsindustrie geraamd op 202 kiloton per jaar en het technisch potentieel op 314 kiloton. Voor warmte-integratie zoals inzet van mechanische damp precompressoren in zien de onderzoekers een economisch besparingspotentieel voor de voedingssector van 83 kiloton en technisch zou er 129 kiloton bespaard kunnen worden.

Meer informatie is te vinden in het rapport Energiebesparing in de industrie van Berenschot.